Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat een woning tot het moment van de feitelijke levering niet als eigen woning is aan te merken, maar wordt aangemerkt als bezitting in box 3. Dat de verkopers op 1 januari nog in het huis wonen, doet daar niet aan af.

X woont in 2016 samen met zijn echtgenoot in België. In 2015 koopt X een woning in Nederland, waarvan de feitelijke levering plaatsvindt op 31 augustus 2016. Vanaf dat moment begint het echtpaar met het verbouwen van de woning. De echtgenoot schrijft zich op 7 juni 2017 in de BRP in en X doet dat op 5 april 2019. De inspecteur rekent in de belastingaanslag IB 2016 de woning voor 8 maanden tot box 3.

Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat de woning tot en met 31 augustus 2016 niet als eigen woning is aan te merken. Dat X vanaf de juridische levering de intentie heeft gehad om zelf in de woning te gaan wonen, doet daar niet aan af. Dat de verkopers op 1 januari 2016 nog de woning bewoonden, is geen reden om af te wijken van de WOZ-waarde als uitgangspunt voor de waardering. Het hoger beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema Eigenwoningregeling.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.20

Wet inkomstenbelasting 2001 7.7

Wet inkomstenbelasting 2001 3.111

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 18 juli

169

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen