Belanghebbenden zijn dga X en zijn bv. De bv heeft in 1993 aan X een pensioenregeling toegezegd, die in eigen beheer is ondergebracht. Nieuwe wetgeving (Witteveenkader) verplicht X en de bv de pensioenregeling uiterlijk op 1 juni 2004 aan te passen, maar dat gebeurt pas op 2 juli 2004 zoals de FIOD dat in 2005 vaststelt. Als de inspecteur de pensioenaanspraken van X in 2004 tot het loon berekent, gaan X en de bv in beroep. Zij stellen dat de belastingdienst in vergelijkbare gevallen wel accepteert dat pensioenregelingen ná 1 juni 2004 met terugwerkende kracht tot die datum zijn aangepast aan het Witteveenkader en beroepen zich op het gelijkheidsbeginsel.
Rechtbank Haarlem is het met X en de bv eens. De rechtbank stelt vast dat de belastingdienst voor bij verzekeraars ondergebrachte pensioenen, waar het niet gaat om herverzekering van pensioenen van dga's, maar door werkgevers aan ‘gewone' werknemers toegezegde pensioenen, feitelijk het beleid voert dat pensioenregelingen ook na 1 juni 2004 nog voor andere dan formele gebreken aan het Witteveenkader kunnen worden aangepast. De rechtbank ziet geen reden waarom een dga als X, waarvan de pensioenaanspraak in eigen beheer in zijn bv is ondergebracht, gezien de regels voor pensioenen en het mogelijk onzuiver worden daarvan, verschilt van een werknemer, niet-dga, waarvan het pensioen door zijn werkgever bij een professionele verzekeraar is ondergebracht. Op het moment dat de FIOD in 2005 de onzuiverheid van de pensioenregeling vaststelt, is de pensioenregeling reeds geruime tijd correct aangepast aan de nieuwe wetgeving. De rechtbank oordeelt dat X en de bv zich op het van de wet afwijkende, begunstigende beleid kunnen beroepen zodat de belastingheffing over de pensioenaanspraak in 2004 achterwege moet blijven.