Rechtbank Den Haag oordeelt dat de door eiseres in 1999 betaalde premie in mindering komt op de te belasten afkoopsom van haar lijfrenteverzekering.
X sluit in februari 1999 een lijfrenteverzekering. De premie bedraagt afgerond € 2.700. In 2019 laat X haar lijfrenteverzekering afkopen. Met toepassing van de saldomethode geeft X de afkoopsom gedeeltelijk aan in haar aangifte IB/PVV. De inspecteur belast de volledige afkoopsom. In geschil is de hoogte van de belaste afkoopsom.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de afkoopsom verminderd met € 2.700 belast is. Vast staat dat X de betaalde premies in 1999 niet heeft afgetrokken. X moet aannemelijk maken dat zij de in 1999 betaalde premie niet heeft teruggewenteld naar 1998 (art. 45b lid 2 Wet IB 1964). Vaststaat dat er geen andere bewijsmiddelen zijn dan X’ verklaring.
X heeft geloofwaardig verklaard dat zij het in 1999 ingelegde bedrag niet heeft afgetrokken in de aangifte over 1998. Hoewel de verklaring niet met bewijs wordt ondersteund, heeft de rechtbank geen aanleiding om hieraan te twijfelen. X is derhalve geslaagd in haar bewijslast. De in 1999 betaalde premie van € 2.700 komt in mindering op de te belasten afkoopsom.
Lees ook het thema Lijfrenten.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.137
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 20 april
Carrousel: Carrousel