Rechtbank Gelderland oordeelt dat het stuk van 11 maart 2016 moet worden aangemerkt als de uitspraak op bezwaar. De rechtbank verwijst daarbij naar de inhoud van dit stuk. Daaruit kan worden afgeleid dat deze brief de uitspraak op bezwaar is. Bij een controle constateert de inspecteur dat belanghebbende, X, heeft verzuimd om de integratieheffing aan te geven in verband met de bouw van een appartement. Hij legt daarom een btw-naheffingsaanslag van € 196.415 op aan X. Nadat de Hoge Raad eind 2013 oordeelt dat de integratieheffing niet in strijd is met het EU-recht, brengt de inspecteur D, de gemachtigde van X, op 20 oktober 2015 op de hoogte van de voorgenomen uitspraak op bezwaar. De uitspraak wordt vervolgens vervat in een stuk van 11 maart 2016, waarbij wordt verwezen naar de brief van 20 oktober 2015. A, de nieuwe gemachtigde van X, komt vervolgens op 24 maart 2017 in beroep. Rechtbank Gelderland verklaart het beroep van X niet-ontvankelijk. Volgens de rechtbank moet het stuk van 11 maart 2016 worden aangemerkt als de uitspraak op het bezwaar. Dit kan volgens de rechtbank uit de inhoud van dit stuk worden afgeleid. Het ontbreken van een handtekening acht de rechtbank daarbij niet van belang. Verder stelt de rechtbank vast dat de uitspraak is verzonden naar D. Hierbij acht de rechtbank het door de inspecteur overgelegde postrapport van belang, en de schermprints waaruit blijkt dat D de gemachtigde van X was op dat moment. Dat op deze uitspraak op bezwaar niet staat aan wie het is verzonden, acht de rechtbank niet van belang, omdat geen reden is te twijfelen aan de verzending naar D. Het systeem van de Belastingdienst is zo ingericht dat de uitspraak automatisch wordt verzonden naar de gemachtigde die in het systeem staat. De uitspraak is dan ook rechtsgeldig bekend gemaakt. Er is geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding, noch is van belang dat op de uitspraak een onvolledige rechtsmiddelenclausule staat vermeld, aangezien D een professionele gemachtigde is.
[Bron Uitspraak]
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7
6