De heer X is eigenaar van een eetcafé. De WOZ-waarde is door de gemeente Rotterdam aanvankelijk vastgesteld op € 204.000. Na bezwaar is de waarde verlaagd tot € 168.000 en zijn bezwaarkosten wegens door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand van € 486 vergoed. In geschil is of de WOZ-waarde nog steeds te hoog is en of X ook recht heeft op vergoeding van de taxatiekosten. Volgens Rechtbank Rotterdam is de waarde van € 168.000 niet te hoog en is ten onrechte geen vergoeding toegekend voor het in bezwaar ingebrachte taxatierapport dat is opgesteld door de gemachtigde van X. De gemeente hoefde de in bezwaar gemaakte kosten voor verleende rechtsbijstand echter niet te vergoeden. De vergoeding voor de taxatiekosten wordt vastgesteld op € 471,90 (6 uur â € 65 per uur, vermeerderd met 21% btw). X gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag oordeelt dat de taxatiewerkzaamheden van de gemachtigde onlosmakelijk zijn verbonden met de rechtsbijstandverlening zodat de taxatiekosten niet afzonderlijk vergoed kunnen worden. Beide soorten werkzaamheden zijn namelijk met elkaar verweven en zijn verricht door één persoon. Dit brengt mee dat niet kan worden gesproken van een afzonderlijk advies uitgebracht door een deskundige. De bijstand van de gemachtigde is wel aan te merken als beroepsmatig verleende rechtsbijstand, aangezien hij regelmatig tegen vergoeding WOZ-pocedures voert en hij enige relevante juridische scholing heeft genoten. Het beroep van X is ongegrond. De proceskostenvergoeding in hoger beroep wordt vastgesteld op € 496 en X krijgt zijn griffierechten vergoed. Voor een proceskostenvergoeding in eerste aanleg bestaat geen aanleiding.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Wet waardering onroerende zaken 22