X maakt buiten de termijn bezwaar tegen een aanslag vennootschapsbelasting 2013. In beroep is in geschil of de inspecteur X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in het bezwaar.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij het aanslagbiljet niet heeft ontvangen. De rechtbank weegt zwaar mee dat X in het bezwaarschrift met geen woord gerept heeft over de niet-ontvangst van de aanslag. X heeft pas in de pleitnota deze stelling naar voren gebracht. De rechtbank acht gelet op het voorgaande de overschrijding van de bezwaartermijn niet verschoonbaar.
Hof ’s-Hertogenbosch komt, zij het op andere gronden dan de rechtbank, tot de conclusie dat het bezwaar van X niet-ontvankelijk is. Het hof oordeelt dat X er wél in is geslaagd het vermoeden van ontvangst van de aanslag te ontzenuwen. De gemachtigde van X heeft echter nadat hij alsnog kennis heeft genomen van de aanslag niet zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs kon worden verlangd bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 8 oktober