Hof Amsterdam oordeelt dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat de vertegenwoordigingsbevoegdheid niet (langer) bestaat. Volgens het hof is de reële mogelijkheid aanwezig dat het hoger beroep is ingesteld zonder dat de gemachtigde daartoe bevoegd is.

X heeft Previcus Vastgoed BV gemachtigd in een WOZ-procedure. Het beroep van Previcus wordt door Rechtbank Noord-Holland (24 mei 2023, HAA 22/1266) afgewezen. Naar aanleiding van het hoger beroep van Previcus vraagt Hof Amsterdam om een nieuwe, recente, machtiging. Previcus weigert om de machtiging te verstrekken en verwijst daarbij naar andere procedures.

Hof Amsterdam oordeelt dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat de vertegenwoordigingsbevoegdheid van Previcus ten tijde van het instellen van het hoger beroep niet (langer) bestaat. Volgens het hof is de reële mogelijkheid aanwezig dat Previcus hoger beroep heeft ingesteld zonder daartoe bevoegd te zijn. Het hof wijst daarbij op een andere procedure van Previcus (18 juni 2024, 23/1240, V-N 2024/40.21). Gezien deze procedure heeft het hof besloten om de vertegenwoordigingsbevoegdheid van Previcus te onderzoeken door haar de gelegenheid te geven de bedoelde vrees te ontzenuwen. Nu Previcus dit heeft nagelaten, is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Het hoger beroep is ingesteld door iemand die daartoe niet bevoegd is.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 26a

Algemene wet bestuursrecht 8:111

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 8 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

308

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen