Hof Amsterdam stelt de WOZ-waarde van een gerenoveerde woning in hoger beroep in goede justitie vast, omdat noch de gemeente, noch X de waarde aannemelijk maakt. 

X is eigenaar van 2 gestapelde woningen. Aan X zijn WOZ-beschikkingen afgegeven voor belastingjaar 2010. De waarden zijn in de uitspraak op bezwaar verminderd tot € 217.000 en € 202.000. Rechtbank Amsterdam verklaart het beroep ongegrond. In hoger beroep zijn de waarden in geschil.

In hoger beroep oordeelt Hof Amsterdam dat de gemeente de WOZ-waarde van één van beide panden te hoog heeft vastgesteld. Er is onvoldoende rekening gehouden met het verschil in onderhoudsstaat van de woning ten opzichte van de referentiewoningen. Volgens het hof hoeven echter de door X gemaakte renovatiekosten van in totaal € 115.000 niet voor 100% in aanmerking te worden genomen, omdat aannemelijk is dat X bij de renovatie voor duurdere materialen heeft gekozen en tot een hoger onderhoudsniveau heeft gerenoveerd dan de onderhoudsstaat waarin de verkochte woningen op de waardepeildatum verkeerden. X maakt de waarde echter ook niet aannemelijk, zodat het hof de waarde in goede justitie vaststelt op € 185.000. De WOZ-waarde van de tweede woning ad € 202.000 is volgens het hof wel aannemelijk gemaakt.   

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 2 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen