X dient bij de gemeente een aanvraag in voor een omgevingsvergunning in verband met een voorgenomen verbouwing van een winkelpand. In geschil is de hoogte van de aanslag leges die de gemeente in verband met de behandeling van de aanvraag bij X in rekening brengt. De gemeente gaat uit van de bouw van een winkelruimte, hetgeen in de normkostensystematiek van de gemeente leidt tot een aanslag van € 3952,17. X stelt dat er sprake is van eenvoudige en kale opslagruimte, zodat de bouwkosten met inachtneming van dat uitgangspunt moeten worden bepaald en niet passen binnen het regime van de normatieve bouwkosten.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat bij de berekening van de leges omgevingsvergunning terecht is uitgegaan van een verbouwing van een winkelpand. Het andersluidende standpunt van X acht het hof in strijd met de realiteit zoals deze blijkt uit de ingediende aanvraag voor een omgevingsvergunning alsmede uit de getoonde foto's. Het hof ziet, gelet op het voorgaande, geen reden om de bouwkosten te bepalen op basis van de prijs die een derde in het economische verkeer aan X in rekening zou brengen, noch de aannemingssom exclusief omzetbelasting tot uitgangspunt te nemen voor de bepaling van de bouwkosten en het daarop te baseren bedrag aan verschuldigde leges. Het normbedrag van € 240 per kubieke meter is derhalve van toepassing. Deze normkosten zijn volgens het hof op zorgvuldige wijze bepaald en berekend door de gemeente.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 24 juni