Rechtbank Gelderland oordeelt dat de gemeente bij de WOZ-waardering van een sportcomplex heeft mogen besluiten de levensduur voor bepaalde objectonderdelen te verlengen.

Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een sportcomplex dat in 1968 is gebouwd maar in de loop van de jaren is uitgebreid en verbouwd. De WOZ-waarde van het object wordt berekend op de gecorrigeerde vervangingswaarde. Dit is de vervangingswaarde gecorrigeerd met een aftrek voor technische en functionele veroudering. X klaagt erover dat de gemeente technisch blijft afschrijven terwijl het einde van de levensduur van het object al is bereikt.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de gemeente bij de WOZ-waardering van een sportcomplex heeft mogen besluiten de levensduur voor bepaalde objectonderdelen te verlengen. Het gaat om objectonderdelen waarvan de maximale levensduur is bereikt, maar die niettemin nog steeds normaal in gebruik zijn. Verlenging van de levensduur leidt tot een lagere correctie voor technische veroudering en daarmee tot een hogere WOZ-waarde. Nu vaststaat dat de onroerende zaak nog normaal in gebruik is en er geen plannen zijn om het gebruik te beëindigen, is de levensduur van het object volgens de rechtbank kennelijk langer dan vooraf is ingeschat. Een meer economische benadering van de levensduur geniet bij de rechtbank dan de voorkeur boven een boekhoudkundige. De technische veroudering moet immers gebaseerd zijn op zowel de verstreken als op de nog resterende levensduur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 4 april

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen