Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat een gemeente die zich er in de bezwaarfase te gemakkelijk vanaf maakt een proceskostenvergoeding riskeert in de beroepsfase.
X is eigenaar en gebruiker van een woning waarvan de WOZ-waarde 2017 is vastgesteld op € 361.000. In hoger beroep betwist X niet langer de waarde. Wel stelt hij recht te hebben op een proceskostenvergoeding omdat hij door de gebrekkige motivering van de uitspraak op bezwaar genoodzaakt was beroep in te stellen.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat een gemeente die zich er in de bezwaarfase te gemakkelijk vanaf maakt een proceskostenvergoeding riskeert in de beroepsfase. Een gemeente moet in de bezwaarfase zorgvuldig te werk gaan en kan niet volstaan met een standaard afdoening van de bezwaren zonder in te gaan op de specifieke grieven die een belanghebbende aanvoert. In dit geval heeft de heffingsambtenaar in de uitspraak op bezwaar ten onrechte het argument gebruikt dat de referentiewoningen te kampen hebben met dezelfde vliegoverlast als de woning van X en ook heeft de heffingsambtenaar geen rekening gehouden met de inhoud van een door X overgelegd taxatierapport. Onder deze omstandigheden is het volgens het hof logisch dat X zich gedwongen acht om in beroep te gaan en meent dat hij onnodig op kosten wordt gejaagd. Het hof veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten die X in beroep en hoger beroep heeft moeten maken, in totaal € 1.536. Ook moet de heffingsambtenaar het griffierecht van het beroep en hoger beroep vergoeden.
Lees ook de thema's Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming en Beroep: rechtsbescherming door de belastingrechter.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 7:12
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 3 oktober