Hof Amsterdam oordeelt dat de gemeente Diemen op grond van een met de gemeente Amsterdam gesloten overeenkomst geen precariobelasting mag heffen voor de waterleidingbuizen van de gemeente Amsterdam.

Uit deze overeenkomst blijkt dat de gemeente Diemen niet bevoegd is om op te treden tegen de aanwezigheid van de buizen. Heffing van precariobelasting is dan niet aan de orde.
Belanghebbende, de gemeente Amsterdam, bezit in 2008 89.967 meter waterleidingbuizen die liggen onder de voor de openbare dienst bestemde grond van de gemeente Diemen. De heffingsambtenaar van de gemeente Diemen legt de gemeente Amsterdam hiervoor een aanslag precariobelasting op van € 45.883,17. In geschil is of deze aanslag terecht is. De gemeente Amsterdam beroept zich op een overeenkomst die zij in 1934 met de gemeente Diemen heeft gesloten.Hof Amsterdam oordeelt in navolging van de rechtbank dat de gemeente Diemen op grond van een met de gemeente Amsterdam gesloten overeenkomst geen precariobelasting mag heffen voor de waterleidingbuizen van de gemeente Amsterdam. Uit deze overeenkomst blijkt dat de gemeente Diemen niet bevoegd is om op te treden tegen de aanwezigheid van de buizen. Heffing van precariobelasting is dan niet aan de orde. Het hof verklaart het hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente Diemen ongegrond.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 24 augustus

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen