Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de gemeente Eindhoven de WOZ-waarden van 8 bedrijfspanden aannemelijk maakt.

X is eigenaar van een groot aantal objecten. De heffingsambtenaar van de gemeente Eindhoven stelt de WOZ-waarden voor belastingjaar 2016 vast. X komt in beroep tegen de WOZ-beschikkingen van 8 objecten, met name kantoorpanden met opslagruimten, parkeerplaatsen en showrooms. Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarden van de 8 objecten niet te hoog zijn vastgesteld. De waarden zijn bepaald aan de hand van de huurwaardekapitalisatiemethode. De gemeente heeft voor alle panden de WOZ-waarden aannemelijk gemaakt. De huurwaarden zijn aannemelijk gemaakt door verhuurtransacties. Een eigen huurcijfer is naar het oordeel van de rechtbank in beginsel te verkiezen boven een huurwaarde die is gebaseerd op (moeilijk) vergelijkbare vergelijkingsobjecten, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat er geen sprake is van een marktconform huurcijfer. In een aantal gevallen vindt de rechtbank het eigen huurcijfer minder goed bruikbaar, bijvoorbeeld omdat de huurder het pand ook al vóór 1 juli 2015 van X huurde en dat zij ook per 1 januari 2017 met X een nieuwe huurovereenkomst heeft afgesloten voor de duur van drie jaren. Daarnaast omdat de huurprijs slechts op een klein deel van het pand ziet en niet aannemelijk is geworden dat sprake is van een op de openbare markt tot stand gekomen (en dus marktconform) huurcijfer. De gemeente heeft ook in alle gevallen de kapitalisatiefactor aannemelijk gemaakt. X maakt niet aannemelijk op welke wijze de kapitalisatiefactoren die X noemt zijn afgeleid uit de verkoopcijfers.

 

Lees ook het thema over de WOZ.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 27 december

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen