Rechtbank Den Haag oordeelt dat de IB-aangifte over 2010 niet zodanig ongebruikelijk was dat onmiddellijk duidelijk moest zijn dat deze niet zonder onderzoek kon worden gevolgd. Voor 2011 wordt de kwade trouw van de belastingconsulent aan de heer X toegerekend.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat X Ltd niet aannemelijk maakt dat sprake is van een uitzonderlijk geval. Er is weliswaar iets niet goed gegaan bij de inspecteur, maar dat betekent nog niet dat sprake is van handelen tegen beter weten in of in vergaande mate van onzorgvuldig handelen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X vanaf het moment dat hij Nederland heeft verlaten arbeid in Nederland heeft verricht. Zijn loon voor de periode na zijn emigratie is door hem als buitenlands belastingplichtige genoten.

Hof Amsterdam oordeelt dat de handelwijze van de gemachtigde van X, die in bezwaar stelselmatig niet reageert op verzoeken van de heffingsambtenaar om bewijsstukken, niet kwalificeert als misbruik van recht.

Hof Amsterdam verklaart zowel het principale hoger beroep van X als het incidentele hoger beroep van de heffingsambtenaar gegrond voor zover het de ISV betreft.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar met het gebruik van Taxatiewijzers de WOZ-waarde van de onroerende zaak van X niet te hoog heeft vastgesteld. De heffingsambtenaar heeft het object terecht afgebakend als niet-woning. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar bij de waardering van het clubhuis met de waterskibaan terecht een coronakorting van 10% heeft gehanteerd. Wel heeft X alsnog recht op een immateriële schadevergoeding.