Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de gemeente recht heeft op een btw-teruggaaf in verband met de bouw van de school. De levering heeft namelijk plaatsgevonden onder bezwarende titel, omdat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de levering en de tegenprestatie.
Belanghebbende, de gemeente Haren, school Y en stichting Z komen in 2011 overeen om een schoolgebouw te realiseren. In 2013 wordt een overeenkomst van aanneming gesloten. In 2014 geeft de gemachtigde een presentatie over een btw-vriendelijke route. De gemeente draagt vervolgens op 9 juli 2015 de school over aan Z voor 9,2% van de werkelijk gemaakte kosten. De school wordt vervolgens na de levering in gebruik genomen. De gemeente, die uit anderen hoofde reeds btw-ondernemer is, vraagt om teruggaaf van de btw. De inspecteur is echter van mening dat de gemeente geen economische activiteit verricht.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de gemeente recht heeft op een btw-teruggaaf in verband met de bouw van de school. Volgens de rechtbank heeft de levering namelijk plaatsgevonden onder bezwarende titel, omdat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de levering en de tegenprestatie. De rechtbank overweegt hierbij dat de verkoopprijs niet zodanig gering is dat er slechts sprake is van een symbolisch bedrag. Ook stelt de rechtbank vast, na een uitgebreide analyse van de relevante jurisprudentie van de Hoge Raad en het Hof van Justitie EU, dat de levering door de gemeente, als btw-ondernemer, is verricht in het economische verkeer. Het gelijk is aan de gemeente.
Lees ook het htema Recht op aftrek van de btw; wanneeer en hoeveel?
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 25 augustus