Rechtbank Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij het bepalen van de WOZ-waarde op juiste wijze rekening heeft gehouden met de mindere staat van de onroerende zaak van X. 

X vindt de WOZ-waarde 2014 van haar kantoorpand te hoog. X bepleit verlaging van de waarde van € 2.638.000 naar € 1.401.000.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij het bepalen van de WOZ-waarde op juiste wijze rekening heeft gehouden met de mindere staat van de onroerende zaak van X. De WOZ-waarde wordt bepaald aan de hand van de huurwaardekapitalisatiemethode waarbij in dit geval de kapitalisatiefactor wordt opgebouwd aan de hand van de landelijke taxatiewijzer. Uit de van toepassing zijnde "Taxatiewijzer en kengetallen DEEL 24" komt naar voren dat de risico-opslagen gemiddeld toenemen naar mate de kwaliteit van de locatie en van het vastgoed afnemen. De heffingsambtenaar heeft volgens de rechtbank niet aannemelijk gemaakt dat hij met de risico-opslag van 5 % voldoende rekening heeft gehouden met de mindere staat van de onroerende zaak. De door X gehanteerde opslag van 8% acht de rechtbank te hoog, in het licht van de risico-opslagen zoals vermeld in Normblad WOZ-taxatierapport huurwaardekapitalisatiemethode. Verder heeft de gemeente het leegstandsrisico van 30% niet te laag vastgesteld. De rechtbank stelt de WOZ-waarde in goede justitie vast op € 1.863.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 21 augustus

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen