Belanghebbenden zijn eigenaar van een hoekwoning in de gemeente Nijmegen. In geschil is de WOZ-waarde 2015. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de heffingsambtenaar bij het bepalen van de waarde voldoende rekening heeft gehouden met de geluidsoverlast door een ventilator van een nabijgelegen supermarkt. Dat van de geluidsoverlast, die overigens binnen de normen blijft, een waardedrukkend effect uitgaat, is tussen partijen niet in geschil.
Hof Arnhem-Leeuwarden is van oordeel dat de gemeente bij de WOZ-waardering voldoende rekening heeft gehouden met de geluidsoverlast door de ventilator. In het taxatierapport is rekening gehouden met een waardedruk van 15% van de grondwaarde van het perceel in verband met de geluidsoverlast hetgeen het hof voldoende acht. Voorts merkt het hof op dat tussen de getaxeerde waarde van € 290.000 en de beschikte waarde van € 260.000 een verschil van € 30.000 zit. Gelet op dit grote verschil kan een eventuele waardedruk die uit zou gaan van de aanwezigheid van een aan de achterzijde van de tuin geplaatste houten wand om lichtinval van de supermarkt te voorkomen, niet leiden tot verlaging van de WOZ-waarde. De waardedruk als gevolg van de visuele hinder is nl. minimaal.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 1 december