Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente bij de WOZ-waardering voldoende rekening heeft gehouden met de omstandigheid dat het aandeel in de mandeligheid op de toestandsdatum nog niet aan X was geleverd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

X is eigenaar en gebruiker van een vierkamerappartement in de gemeente Amersfoort. X bepleit verlaging van de WOZ-waarde van € 286.000 naar nihil.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK II, 9 februari 2016, 15/00179, V-N Vandaag 2016/390) oordeelt dat de gemeente bij de WOZ-waardering voldoende rekening heeft gehouden met de omstandigheid dat het aandeel in de mandeligheid op de toestandsdatum nog niet aan X was geleverd. De gemeente heeft van de waarde afgetrokken de waarden van het afgekochte tuinonderhoud (€ 4300) en het aandeel in de (nog te leveren) mandelige gronden (€ 10.700). Het hof oordeelt verder dat in dit geval geen waardedruk uitgaat van het beding, dat erop neer komt dat X aan de verkoper een volmacht verleent de levering van een mandeligheid te aanvaarden en dat X verbiedt de onroerende zaak te vervreemden zolang de mandeligheid nog niet is geleverd. Dit beding geeft geen waardedruk omdat een vervreemdingsverbod zoals opgenomen in het onderhavige beding het genot van de onroerende zaak niet beperkt, gelet op de clausule die bepaalt dat de onroerende zaak ook zonder dat het aandeel in de mandeligheid is geleverd kan worden vervreemd mits de opvolgende koper een gelijkluidende volmacht verleent (het kettingbeding). Het hoger beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 17 februari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen