X is eigenaar van een woning. Aan hem is een WOZ-beschikking afgegeven, waarbij de waarde naar waardepeildatum 1 januari 2011 is bepaald op € 156.000. De heffingsambtenaar van de gemeente Ooststellingwerf bepaalt de waarde in de uitspraak nader op € 140.000. Rechtbank Noord-Nederland verklaart het beroep ongegrond. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de heffingsambtenaar de waarde niet aannemelijk maakt. Aannemelijk is dat de onroerende zaak per 1 januari 2011 niet in een matige staat, maar in een slechte staat van onderhoud verkeerde, nu de keuken, de badkamer en het sanitair sinds de bouw in 1972 nooit zijn vervangen. De referentiewoningen zijn beter van kwaliteit en onderhoud. Niet duidelijk wordt op welke wijze de in de matrix genoemde verkoopprijzen van de referentieobjecten zijn te herleiden tot de aan de woning toegekende waarde, gelet op de zeer slechte onderhoudstoestand. X slaagt er ook niet in de door haar waarde van € 117.500 aannemelijk te maken. Het hof stelt de waarde in goede justitie vast op € 130.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 16 september