Rechtbank Limburg oordeelt dat de heffingsambtenaar met de afgifte van een WOZ-beschikking ex. art. 26 Wet WOZ niet heeft beslist op het verzoek van X om afgifte van een WOZ-beschikking ex. art. 28 Wet WOZ.

Belanghebbende, X, verzoekt bij de gemeente Peel en Maas om afgifte van een WOZ-beschikking op grond van art. 28 Wet WOZ. Als X die niet ontvangt stelt X de gemeente in gebreke nadat de gemeente een beschikking ex art. 26 Wet WOZ heeft verstrekt. De heffingsambtenaar betoogt dat hij met de afgifte van een WOZ-beschikking ex. art. 26 Wet WOZ heeft voldaan aan het verzoek van X.

Rechtbank Limburg oordeelt dat de heffingsambtenaar met de afgifte van een WOZ-beschikking ex. art. 26 Wet WOZ niet heeft beslist op het verzoek van X om afgifte van een WOZ-beschikking ex. art. 28 Wet WOZ. De heffingsambtenaar is het maximum aan dwangsom verschuldigd in verband met het niet beslissen op het verzoek. De heffingsambtenaar heeft zijn stelling dat de gemachtigde van X zou hebben ingestemd met de afgifte van een beschikking ex. art. 26 Wet WOZ én daarmee zijn verzoek om een beschikking ex. art. 28 Wet WOZ niet langer heeft gehandhaafd, niet onderbouwd.

 

Lees ook het thema over de WOZ.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:17

Wet waardering onroerende zaken 28

Wet waardering onroerende zaken 26

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Limburg

Editie: 16 augustus

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen