Rechtbank Den Haag beslist dat gemeente X, wat betreft het verzorgen van gehandicaptenvervoer, ondernemer voor de omzetbelasting is. De gemeente heeft recht op aftrek van voorbelasting.

Belanghebbende, gemeente X, is op grond van de Verordening voorzieningen gehandicapten Nieuwe Waterweg Noord 2002 (hierna: de verordening) verplicht  om gehandicapten op vertoon van een Wvg-pas en tegen een eigen bijdrage te vervoeren. Voor de uitvoering daarvan is een vervoersovereenkomst aangegaan met Connexxion Taxi Services bv. Volgens X handelt zij wat betreft dit gehandicaptenvervoer als ondernemer voor de omzetbelasting en heeft zij recht op aftrek van voorbelasting. De inspecteur stelt dat sprake is van overheidshandelen. Het bezwaar van X tegen de betaling op de aangifte omzetbelasting over het tijdvak juni 2012 wordt ongegrond verklaard. De inspecteur verklaart het met het bezwaar samenhangende verzoek om teruggaaf niet-ontvankelijk. X komt in beroep. Volgens Rechtbank Den Haag verricht X de diensten op het gebied van het gehandicaptenvervoer tegen vergoeding en met een duurzaam karakter en is er dus sprake van het verrichten van een economische activiteit. Dat de feitelijke vervoersprestaties worden verricht door een vervoersmaatschappij doet daar, gezien het arrest van de Hoge Raad van 25 november 2005, nr. 38 377, ECLI:NL:HR:2005:AS3559, niet aan af. Het betreft hier personenvervoer als bedoeld in de bijlage bij de BTW-richtlijn, zodat volgens de rechtbank geen sprake is van overheidshandelen waarvoor de gemeente geen ondernemer is, De rechtbank vindt verder niet van belang dat de vergoeding die de gehandicapte moet betalen, economische bezien te laag is om de kosten van het vervoer te dekken. De gemeente heeft bezwaar gemaakt tegen het bedrag dat zij op aangifte heeft voldaan en daarbij aangevoerd dat over het betreffende tijdvak geen belasting verschuldigd is maar recht bestaat op teruggaaf. De inspecteur stelt ten onrechte dat het bezwaarschrift in zo'n situatie slechts betrekking kan hebben op het bedrag dat op aangifte is voldaan. Weliswaar kan de voldoening op aangifte niet verder worden teruggebracht dan tot nihil, maar dat betekent niet dat het meerdere waarvoor X stelt recht op teruggaaf te hebben geen deel kan uitmaken van het bezwaar. Nu het bezwaar gegrond moet worden verklaard, houdt dat tevens in dat X recht heeft op teruggaaf van omzetbelasting. Het beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 12 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen