Rechtbank Gelderland oordeelt dat de heffingsambtenaar bij de onderbouwing van de restwaarden voor de gecorrigeerde vervangingswaarde niet kan volstaan met een verwijzing naar de kengetallen in de taxatiewijzer.

X is eigenaar van een verzorgingshuis met als bouwjaar 1989 en als renovatiejaar 2014. In geschil is de WOZ-waarde 2020. X bepleit verlaging van de waarde van € 2.434.000 naar € 1.697.000. De WOZ-waarde is bepaald op de gecorrigeerde vervangingswaarde. Het geschil spitst zich toe op de restwaarde van de ruwbouw, afbouw en installaties.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de heffingsambtenaar bij de onderbouwing van de restwaarden voor de gecorrigeerde vervangingswaarde niet kan volstaan met een verwijzing naar de kengetallen in de taxatiewijzer. In de door de heffingsambtenaar overgelegde pagina’s uit de taxatiewijzer ontbreken cruciale onderbouwende gegevens, zoals relevante transactieprijzen. De heffingsambtenaar heeft ook drie verkoopprijzen overgelegd ter onderbouwing van de restwaarden. De door X genoemde ongeschiktheid van deze vergelijkingsobjecten is door de heffingsambtenaar echter onvoldoende weersproken. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en stelt de WOZ-waarde in goede justitie vast op € 2.000.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 27 juli

21

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen