Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de heffingsambtenaar kan volstaan met het ter inzage leggen van de door de gemachtigde van X gevraagde WOZ-gegevens.
Belanghebbende, X, komt in bezwaar en beroep tegen een WOZ-beschikking 2019 van Cocensus.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de heffingsambtenaar kan volstaan met het ter inzage leggen van de gevraagde WOZ-gegevens. De gemachtigde van X is uitgenodigd voor de hoorzitting en de stukken hebben een week ter inzage gelegen. Dit is volgens de rechtbank voldoende. Van een professionele gemachtigde mag worden verwacht dat hij bekend is met het gegeven dat voorafgaand aan de hoorzitting de stukken ter inzake liggen. X heeft geen gebruik gemaakt van het inzagerecht en heeft de gegevensverstrekking ook op de hoorzitting niet aan de orde gesteld. De heffingsambtenaar heeft afdoende gereageerd op het verzoek van X, hetgeen X stelt over de gegevensverstrekking kan niet leiden tot gegrondverklaring van het beroep (vgl. Hof Arnhem-Leeuwarden 7 juli 2020, 19/00734, V-N 2020/45.27.12 en HR 8 maart 2019, 18/02931, V-N 2019/14.19). De rechtbank verklaart het beroep ook inhoudelijk ongegrond, maar kent X wel een ISV toe van € 500 wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank ziet geen reden om de redelijke termijn te verlengen vanwege Corona omdat de zitting nog niet was gepland op het moment dat de rechtbank gesloten was in verband met Corona.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:4
Wet waardering onroerende zaken 40
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 7 januari