Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de hoogte van de restwaarden van de opstallen van het sportcomplex niet aannemelijk heeft gemaakt.

Belanghebbende, X, is een korfbalvereniging die eigenaar en gebruiker is van een kantine met kleedruimte. In geschil is de WOZ-waarde 2016. De WOZ-waarde wordt bepaald op de gecorrigeerde vervangingswaarde, dit is de herbouwwaarde gecorrigeerd voor functionele en technische afschrijving. In dit geval is de technische afschrijving in geschil en dan in het bijzonder de hoogte van de restwaarde van de opstallen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de hoogte van de restwaarden van de opstallen van het sportcomplex niet aannemelijk heeft gemaakt. Voor het bepalen van de functionele levensduur heeft de heffingsambtenaar terecht aansluiting gezocht bij de periode dat de onroerende zaak door X nog gebruikt kan worden als kantine en kleedruimten. Aan het einde van die periode is de onroerende zaak weliswaar niet meer geschikt om gebruikt te worden naar de oorspronkelijke aard en bestemming, maar kan deze nog wel voor een ander doel worden aangewend. De restwaarde is dan de waarde die de onroerende zaak aan het einde van de functionele levensduur heeft. De heffingsambtenaar heeft de restwaarden van de kantine en kleedruimten vastgesteld op het midden van de bandbreedte in de taxatiewijzer, maar heeft dit volgens het hof onvoldoende onderbouwd. Het hof verlaagt de WOZ-waarde van € 274.000 naar € 250.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 11 augustus

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen