Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar de verzending van de uitspraak op bezwaar per e-mail niet aannemelijk heeft kunnen maken door bijvoorbeeld een logbestand te overleggen.

X komt in beroep tegen het niet tijdig beslissen op een parkeerbelastingbezwaar.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar de verzending van de uitspraak op bezwaar per e-mail niet aannemelijk heeft kunnen maken door bijvoorbeeld een logbestand te overleggen. De heffingsambtenaar verklaart desgevraagd dat hij geen gegevens kan overleggen waaruit blijkt dat het e-mailbericht daadwerkelijk is verzonden of gelezen. Hij heeft daarmee niet aannemelijk gemaakt dat de uitspraak op bezwaar op 8 september 2020 is verzonden aan X. De rechtbank overweegt daarbij dat het ook niet voor de hand ligt dat X een beroep tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar indient indien hij de uitspraak op bezwaar wel op 8 september 2020 zou hebben ontvangen. De heffingsambtenaar heeft dus niet tijdig uitspraak op bezwaar gedaan. Het beroep tegen het niet tijdig beslissen is echter niet-ontvankelijk nu X pas na het instellen van beroep een ingebrekestelling heeft gedaan. De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht aan X is opgelegd. Het leek er eerst op dat X de parkeerbelasting had betaald, maar de betaaltransactie is afgebroken en dit had X ook duidelijk moeten zijn.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 11 maart

33

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen