Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de door hem voorgestane waarde van € 450.000 niet te hoog is. 

Belanghebbende, X, heeft het beperkt recht van gebruik en bewoning van een tussenwoning. In geschil is de WOZ-waarde van deze woning voor belastingjaar 2011. De gemeente verdedigt een waarde van € 450.000.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de door hem voorgestane waarde van € 450.000 niet te hoog is. Het hof verwijst naar het verkoopcijfer van een woning die door beide partijen wordt aangevoerd. Deze woning is gelegen in dezelfde straat en wel recht tegenover de woning van X, heeft dezelfde onderhoudstoestand, hetzelfde bouwjaar en verschilt wat betreft woonoppervlakte en oppervlakte van het perceel niet veel (respectievelijk 14 m² kleiner en 9 m² groter). Gelet op het voorgaande kan, ondanks het tijdsverloop van ongeveer anderhalf jaar tussen de onderhavige waardepeildatum (1 januari 2010) en de verkoop van dit object (juli 2011), de koopsom licht werpen op de gezochte waarde. De heffingsambtenaar heeft aannemelijk gemaakt dat deze woning in 2008 verkocht is voor € 420.000 aan een projectontwikkelaar, die het vervolgens in juli 2011 in casco staat heeft verkocht voor € 500.800. Gelet op deze verkoopprijs is de WOZ-waarde van de woning van X niet te hoog.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 16 september

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen