Belanghebbende, X, maakt bezwaar en stelt daarna beroep in tegen de WOZ-beschikking 2017 op naam van zijn partner. X heeft ook een eigen WOZ-beschikking gehad.
Rechtbank Gelderland stelt voorop dat X met instemming van zijn partner rechtsmiddelen kan instellen tegen de aan de partner opgelegde WOZ-beschikking. Het beroep is ontvankelijk. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat de gemeente bij het bepalen van de WOZ-waarde mag aansluiten bij de vergelijkingsobjecten waarvoor de hoogste verkoopprijzen zijn gerealiseerd (Hof Amsterdam 13 juni 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:2163). X heeft geen omstandigheden aangevoerd waarom dat in dit geval anders zou moeten zijn. De heffingsambtenaar hoefde dus niet naast de drie gehanteerde vergelijkingsobjecten nog een vierde door X aangedragen en voor een lager bedrag verkocht object te gebruiken ter onderbouwing van de waarde. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 279.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 12 januari