X is eigenaar van een dagverblijf voor kinderen en jongeren van 6 tot 16 jaar met een licht verstandelijke beperking en gedragsproblemen. Het object heeft als bouwjaar 1967. De WOZ-waarde van het object wordt berekend op de gecorrigeerde vervangingswaarde. Dit is de vervangingswaarde gecorrigeerd met een aftrek voor technische en functionele veroudering. X klaagt erover dat de gemeente de levensduur van het object heeft verlengd. Omdat op de waardepeildatum de onroerende zaak 51 jaar oud is, is in beginsel de restwaarde van de onroerende zaak bereikt.
Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de gemeente bij de WOZ-waardering van het 51 jaar oude dagverblijf heeft mogen besluiten de levensduur te verlengen. Omdat het gebouw wordt onderhouden en het gebruik niet op korte termijn zal worden beëindigd in combinatie met de zeer lage restwaarde heeft de gemeente de levensduurverlenging aannemelijk gemaakt. Het is niet zo dat uit HR 31 januari 2020, V-N 2020/8.23 volgt dat de levensduur alleen kan worden verlengd als er een meerjarig onderhoudsplan aanwezig is.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Rotterdam
Editie: 4 maart