Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de gemeente Tilburg de bouwkosten voor de leges mag bepalen op basis van normbedragen per m². Ook als die normbedragen meer dan 25% afwijken van de werkelijke bouwkosten van het project, leidt dit niet tot onverbindendverklaring van de legesverordening. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, vraagt een omgevingsvergunning aan voor de verbouw van een distributiecentrum. X is het niet eens met de legesaanslag van € 228.793,47. De bouwkosten die de heffingsgrondslag voor de leges vormen, zijn bepaald aan de hand van een vast bedrag per m².

Hof ’s-Hertogenbosch (V-N Vandaag 2019/142) oordeelt dat de gemeente Tilburg de bouwkosten voor de leges mag bepalen op basis van normbedragen per m². Ook als die normbedragen meer dan 25% afwijken van de werkelijke bouwkosten van het project, leidt dit niet tot onverbindendverklaring van de legesverordening. De legesaanslag is 2,7% van de bouwkosten uit de verordening en 4,7% van de werkelijke bouwkosten. Dit levert volgens het hof geen onredelijke of willekeurige heffing op. Het hof oordeelt dat de definiëring van het begrip ‘bouwkosten’ in de tarieventabel bij de legesverordening past binnen de aan de gemeentelijke wetgever toekomende vrijheid. Van een regeling die in strijd is met de wet of enig algemeen rechtsbeginsel is geen sprake. Het hoger beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229

Gemeentewet 216

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad

Editie: 14 juni

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen