Hof Den Haag oordeelt dat het de gemeente bij de onderbouwing van een WOZ-waarde in (hoger) beroep vrijstaat een matrix in te brengen die uitmondt in een hogere waarde dan de waarde die de gemeente verdedigt. Dit doet niet af aan de bruikbaarheid van de matrix als onderbouwing van het standpunt van de gemeente in (hoger) beroep.

X is eigenaar van een vrijstaande bedrijfswoning met dakkapel. In geschil is de WOZ-waarde 2012 van de woning

Hof Den Haag oordeelt dat het de gemeente bij de onderbouwing van een WOZ-waarde in (hoger) beroep vrijstaat een matrix in te brengen die uitmondt in een hogere waarde dan de waarde die de gemeente verdedigt. Dit doet niet af aan de bruikbaarheid van de matrix als onderbouwing van het standpunt van de gemeente in (hoger) beroep. Het hof oordeelt dat de heffingsambtenaar met de matrix aannemelijk maakt dat de WOZ-waarde van de onroerende zaak van X niet op een te hoog bedrag is vastgesteld. Het hof schuift de taxatie van X terzijde. Deze taxatie bevat woningen die worden gebruikt in directe samenhang met een ter plaatse uitgeoefende onderneming. Dit is bij de woning van X niet het geval. Het beroep van X op de meerderheidsregel faalt.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 1 juli

29

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen