X is het niet eens met de naheffingsaanslag parkeerbelasting die de gemeente haar heeft opgelegd.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de gemeente terecht een naheffingsaanslag parkeerbelasting heeft opgelegd op het moment dat X geld aan het wisselen was voor de parkeerautomaat. Een belastingplichtige moet een redelijke tijd hebben voor het verrichten van uitvoeringshandelingen tot voldoening van de parkeerbelasting. De tijd die nodig is om geld te wisselen moet daarbij echter buiten beschouwing blijven, omdat van parkeerders mag worden verwacht dat zij over voldoende muntgeld beschikken (HR 28 oktober 2005, nr. 40.776, V-N 2005/52.28). De naheffingsaanslag is dus terecht opgelegd. De verklaring van X dat zij een geldig parkeerkaartje (met aanvangstijdstip 13.08 uur) had gekocht maakt dit niet anders, nu de controleambtenaar om 12.59 uur heeft geconstateerd dat er geen geldig betaalbewijs in de auto aanwezig was. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 28 juli