Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het de gemeente vrijstaat om in iedere fase van het geding de WOZ-waarde met verschillende taxatierapporten of matrixen te onderbouwen. Ook als dit bij een belanghebbende tot onduidelijkheid en verwarring leidt. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

Belanghebbende, X, is het niet eens met de WOZ-waarde 2017 van zijn woning, gelegen in de gemeente Dinkelland.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2019/546) oordeelt dat het de gemeente vrijstaat om in iedere fase van het geding de WOZ-waarde met verschillende taxatierapporten of matrixen te onderbouwen. Ook als dit bij een belanghebbende tot onduidelijkheid en verwarring leidt. In de loop van de procedure heeft X drie taxatiematrixen ontvangen met bij een deel van de opstallen wisselende gegevens en prijzen. De verschillen zijn (mede) het gevolg van het gebruik door de taxateurs van andere, betere vergelijkingsobjecten bij de tweede matrix en van het gebruik van nieuw beschikbare gegevens na de inpandige opname van de woning bij de laatste matrix. Het hof acht de WOZ-waarde op basis van de laatste matrix niet te hoog. Het hoger beroep van X is dus ongegrond. Omdat X pas in hoger beroep duidelijkheid heeft gekregen over de inhoudsmaat van zijn woning krijgt hij wel het griffierecht voor deze fase van het geding terug. De foutieve inhoud was voor X de belangrijkste reden om in hoger beroep te gaan.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 23 oktober

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen