Belanghebbende, X bv, is het niet eens met de WOZ-waarde 2012 van zijn onroerende zaak, zijnde een winkelpand. In geschil is onder meer of de heffingsambtenaar van de gemeente in de bezwaarfase (met een beroep op de privacy) mag weigeren de huisnummers te verstrekken van de door hem gebruikte referentieobjecten.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de gemeente op verzoek van een belastingplichtige in de bezwaarfase de huisnummers dient te verstrekken van de referentieobjecten, ook als dit een zogeheten niet-woning betreft. Het hof overweegt dat X een gerechtvaardigd belang heeft als bedoeld in art. 40 Wet WOZ bij kennisname van de huisnummers. Het is bij een waardering gebaseerd op vergelijking met andere objecten van essentieel belang om te weten om precies welk referentieobject het gaat. Zonder dit gegeven kan een belastingplichtige de door de heffingsambtenaar verstrekte gegevens niet controleren, aldus het hof. De heffingsambtenaar had dus ook de huisnummers moeten vermelden. Wat betreft de waarde oordeelt het hof dat het een belanghebbende vrij staat op alle manieren de door hem bepleite waarde aannemelijk te maken. Hoewel bij een vergelijkingsmethode vergelijking met daadwerkelijk gerealiseerde transacties dicht bij de peildatum het uitgangspunt vormt, kan de belanghebbende ook ander bewijs hanteren. In het onderhavige geval hecht het hof onder andere belang aan vraagprijzen alsmede aan een transactieprijs die enkele jaren na de peildatum gelegen is. Het hoger beroep van X bv is gegrond, de WOZ-waarde gaat omlaag van € 782.000 naar € 656.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 40
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 8 juli