Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat wil aan het einde van het eerste kwartaal van 2019 met een concreet uitgewerkt voorstel komen voor de omvorming van de salderingsregeling. De nieuwe regeling zou dan op 1 januari 2021 moeten kunnen starten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ambtshalve rentebeschikking niet kan worden vernietigd, omdat X bv door haar beroep niet in een slechtere positie mag komen.

Hof Den Haag oordeelt dat een maximale parkeerduur geldt van 40 minuten. Om die reden mag ook slechts het tarief voor 40 minuten parkeren worden nageheven.

Advocaat-generaal Pauwels onderschrijft het oordeel van het hof dat X ondanks de coronasluiting aangemerkt kan worden als gebruiker van de sportschool voor de OZB.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat gemeenten geen belangenafweging hoeven te maken voorafgaand aan de invoering van een forensenbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag forensenbelasting terecht aan X is opgelegd. De uitgevoerde werkzaamheden en de staat van de woning zijn niet van zodanige aard dat er op enig moment geen sprake is van een gemeubileerde woning.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X BV gelet op de tijdelijke verhuur de onroerende zaak metterdaad gebruikt ter bevrediging van haar eigen behoeften als belegger, zodat de aanslagen rioolheffing en afvalstoffenheffing terecht aan haar zijn opgelegd. 

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de aanslag OZB 2018 niet in strijd met het gesloten fiscaal compromis en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur heeft opgelegd.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de geraamde baten niet hoger zijn dan de geraamde lasten. De verhouding tussen de verschillende tarieven is ook niet zodanig dat er strijd is met enig rechtsbeginsel.

Advocaat-generaal Pauwels ziet geen ruimte voor de belastingrechter om te toetsen of het niet-betalen van parkeerbelasting verwijtbaar is dan wel of het in rekening brengen van de (volledige) kosten passend en geboden is.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de overschrijding van de opbrengstlimiet niet dusdanig groot is dat dit moet leiden tot algehele onverbindendverklaring van de verordening. De overdekking bedraagt namelijk minder dan 10%. Het hof verklaart de verordening partieel onverbindend jegens X voor zover de opbrengstlimiet is overschreden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).