Belanghebbende, X, is eigenaar van een zogenoemde ‘drive in' rijwoning. In geschil is de WOZ-waarde 2015 met als peildatum 1 januari 2014. De gemeente verdedigt een waarde van € 169.000. X heeft de woning op 26 augustus 2013 gekocht voor een bedrag van € 140.000.

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is de gemeente bij het vaststellen van de WOZ-waarde ten onrechte afgeweken van de eigen aankoopprijs van de woning. De heffingsambtenaar stelt dat het eigen transactiecijfer onvoldoende bruikbaar is, omdat de verkopers tot verkoop zijn overgegaan wegens een echtscheiding. Daardoor zou de woning voor een te laag bedrag in de markt zijn gezet. Verder wijst de heffingsambtenaar erop dat het verkoopcijfer niet overeenkomt met de marktanalyse. Het hof verwerpt de stellingen van de heffingsambtenaar. Uit de wijze waarop de verkoop heeft plaatsgevonden blijkt eerder dat de verkopers de meestbiedende koper hebben gezocht, dat ze de woning op een zeer gangbare wijze in de verkoop hebben gezet en dat ze onderhandeld hebben over de verkoopprijs. Het hof volgt de door X bepleite waarde van € 142.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17