Belanghebbende, X, is het niet eens met de WOZ-waarde 2014 van zijn woning. Naast de WOZ-waarde is ook in geschil of de heffingsambtenaar de hoorplicht heeft geschonden.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar het verzoek van de gemachtigde van X om telefonisch te worden gehoord ten onrechte heeft afgewezen. Als een belanghebbende telefonisch gehoord wil worden, moet een bestuursorgaan hieraan meewerken, tenzij zwaarder wegende belangen aan de zijde van het bestuursorgaan zich hiertegen verzetten (Hof Den Haag 19 februari 2013, nr. 12/00053, V-N Vandaag 2013/700). Het bestuursorgaan moet in het concrete geval een belangenafweging maken, en daar ontbreekt het aan in het onderhavige geval. De algemene stelling van de heffingsambtenaar dat bij telefonisch horen de zorgvuldige besluitvorming in het geding komt, overtuigt de rechtbank niet. De rechtbank ziet in de schending van de hoorplicht reden om de heffingsambtenaar te gelasten het griffierecht en de proceskosten van X te vergoeden. Nu de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van €479.000 wel aannemelijk heeft gemaakt, is het beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 2 juni