Belanghebbende, X, is eigenaar van een nieuwbouwwoning in de gemeente Zaanstad die in februari 2011 is opgeleverd. De totale stichtingskosten van de woning, inclusief de grondprijs, meer- en minderwerk, sanitair en keuken bedragen € 530.178,67. De koop/aanneemovereenkomst is gesloten in december 2010. In geschil is of de heffingsambtenaar van de gemeente de WOZ-waarde 2012 (waardepeildatum 1 januari 2011) terecht heeft vastgesteld op een bedrag van € 573.000.
Hof Amsterdam oordeelt dat de gemeente Zaanstad niet bewijst dat de WOZ-waarde van de woning aanzienlijk hoger is dan de door X kort voor de peildatum betaalde prijs. De heffingsambtenaar heeft gewezen op twee andere nieuwbouwwoningen. X heeft gemotiveerd gesteld dat de heffingsambtenaar bij de woning is uitgegaan van (veel) te lage stichtingskosten voor de vergelijkingsobjecten. De heffingsambtenaar heeft deze stelling van X onvoldoende kunnen weerleggen. Het hof acht het echter ook niet juist om, zoals X bepleit, zonder meer uit te gaan van de eigen stichtingskosten. De heffingsambtenaar heeft erop gewezen dat X veel werkzaamheden, waaronder tuinaanleg, zelf heeft uitgevoerd. De meerwaarde hiervan telt ook mee bij het bepalen van de WOZ-waarde. Het hof stelt de WOZ-waarde in goede justitie vast op € 540.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 2 januari