X is het niet eens met het bedrag van € 8200 dat de heffingsambtenaar van de gemeente Eindhoven haar in rekening heeft gebracht in verband met het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de gemeente de hoorplicht heeft geschonden door X in de bezwaarfase niet te horen. Omdat er nog verschil van mening tussen partijen bestond over de feiten en de waardering daarvan, is X door de schending van de hoorplicht benadeeld. Het hof besluit op verzoek van X de zaak niet terug te verwijzen naar de heffingsambtenaar. Het hof oordeelt vervolgens dat de opbrengstlimiet niet is overschreden, dat de leges zijn geheven door een daartoe bevoegde ambtenaar en dat de aanslag op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. De hoogte van de leges is volgens het hof niet disproportioneel. Onder verwijzing naar de uitspraak van de rechtbank verwerpt het hof het beroep van X op het gelijkheidsbeginsel. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar maar laat de rechtsgevolgen daarvan in stand. X krijgt de kosten van bezwaar en beroep wel vergoed.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 8 augustus