Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de weigering van de heffingsambtenaar om in een WOZ beroepsprocedure gegevens over de gehanteerde indexcijfers te verstrekken leiden tot een gegrond beroep.  

X komt in bezwaar en beroep tegen de WOZ-waarde 2021 van haar woning. X bepleit verlaging van € 557.000 naar € 489.000.

Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de weigering van de heffingsambtenaar om in een WOZ beroepsprocedure gegevens over de gehanteerde indexcijfers te verstrekken leidt tot een gegrond beroep.  De gegevens die ten grondslag liggen aan de indexatiecijfers van de referentiewoningen moeten volgens de rechtbank worden aangemerkt als op de zaak betrekking hebbende stukken. X had inzicht moeten krijgen in de gegevens die ten grondslag liggen aan de indexatie van de verkoopcijfers van de referentiewoningen. Betwisting van die cijfers zou kunnen leiden tot de conclusie dat de WOZ-waarde niet aannemelijk is gemaakt en dat is dan ook de gevolgtrekking die de rechtbank verbindt aan het nalaten van de heffingsambtenaar. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en verlaagt de WOZ-waarde van de woning van X met € 12.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Midden-Nederland

Editie: 24 januari

31

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen