X is eigenaar van een tussenwoning met een berging/schuur gelegen in de gemeente Vianen. Met de heffingsambtenaar van de gemeente verschilt X van mening over de hoogte van de WOZ-waarde over de jaren 2012 en 2013.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat twee van de drie door de heffingsambtenaar aangedragen referentieobjecten niet bruikbaar zijn, maar het derde referentieobject wel. Dit laatste object is zelfs zeer geschikt als referentieobject omdat zowel de ligging, de perceelsoppervlakte als de inhoud nagenoeg gelijk zijn aan die van de woning van X. De verkoopprijs van dit enig bruikbare referentieobject toont aan dat de WOZ-waarde 2012 van de woning van X niet te hoog is vastgesteld. Deze conclusie vindt steun in een verkoopcijfer dat X in het geding heeft gebracht. Nu het hoger beroep tegen de WOZ-waarde 2012 ongegrond is, heeft hetzelfde te gelden voor het hoger beroep tegen de WOZ-waarde 2013. X heeft ter zitting immers verklaard dat hij zich ermee kan verenigen dat de WOZ-waarde 2013 € 7.000 lager ligt dan de WOZ-waarde 2012.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 11 februari