Belanghebbenden zijn het niet eens met de WOZ-waarde 2014 van de woning die zij hebben verkregen. De WOZ-waarde is door de gemeente vastgesteld op € 195.000.

Hof Den Haag oordeelt dat het door de belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland gehanteerde model voor het berekenen van de WOZ-waarde onvoldoende transparant is. De heffingsambtenaar heeft bij de herleiding van de WOZ-waarde uit verkoopprijzen van referentiewoningen gebruik gemaakt, wat betreft de deelwaarde van de bij de woning behorende grond, van een tabel met rekenprijzen per m² (hierna: de staffel) en wat betreft het ‘hoofdgebouw' van een drietal correctiefactoren voor ligging, onderhoud en kwaliteit/luxe. De heffingsambtenaar heeft echter de staffel noch de hieraan ten grondslag liggende marktgegevens overgelegd, zodat het hof en belanghebbenden de berekening en de waarde niet kunnen controleren. Het hof verwerpt de berekening van de heffingsambtenaar. Nu echter ook de taxatie van belanghebbenden tekort schiet, stelt het hof de WOZ-waarde in goede justitie vast op € 175.000. Daartoe trekt het hof € 17.000 af van de verkoopprijs van de best vergelijkbare referentiewoning.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17