X is het niet eens met de WOZ-waarde 2018 van zijn woning, vastgesteld op € 521.000. X richt zijn pijlen vooral op de grondwaarde.
Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de door hem vastgestelde waarde niet te hoog is. De heffingsambtenaar heeft de door hem gebruikte grondstaffel en de daarop gebaseerde grondwaarde voldoende onderbouwd en inzichtelijk gemaakt. De omstandigheid dat de ter onderbouwing van die staffel gebruikte percelen bouwgrond om verschillende redenen mogelijk meer waard zijn dan de grond van de woning van X, doet hier niet aan af. De prijs per m² die is toegepast ter bepaling van de grondwaarde van de woning ligt immers ruim onder de prijzen per m² van die percelen bouwgrond. Met het door X gestelde, mogelijke verschil in grondwaarde is bij de waardebepaling van de grond van de woning aldus voldoende rekening gehouden. De stelling van X dat de verhouding tussen de grondwaarde en de opstalwaarde bij een normale waardering 50/50 percent zou bedragen, acht het hof ook gezien de latere nuancering van deze stelling door X niet aannemelijk.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 23 juni