Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar geen ruimte heeft om op grond van een weging van belangen te komen tot een lagere legesheffing.

Belanghebbende, X bv, vraagt op 9 december 2013 een omgevingsvergunning aan voor gebruik in strijd met het bestemmingsplan voor de vestiging van een hotel/club in Amsterdam. Op 28 januari 2014 trekt X haar aanvraag in. In geschil is de legesaanslag van € 45.000 die de heffingsambtenaar aan X bv heeft opgelegd. X bv bepleit matiging van de leges. Zij heeft naar eigen zeggen op aanraden van de gemeente een omgevingsvergunning aangevraagd om een hotel te vestigen. Vervolgens heeft de deelraadcommissie Bouwen en Wonen het plan (toch) afgekeurd. Na breed verzet uit de buurt, heeft X bv zich genoodzaakt gezien het plan in te trekken, maar dit is niet gelukt binnen de zesweekstermijn voor 50% restitutie van de leges.

Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar geen ruimte heeft om op grond van een weging van belangen te komen tot een lagere legesheffing. Er is bij leges namelijk sprake van een strikt gebonden bestuursbeslissing. Er is in dit geval geen reden voor een (gedeeltelijke) restitutie van de leges na intrekking van de vergunning. X bv heeft geen verzoek gedaan om teruggaaf. De rechtbank is niet bevoegd om te beslissen op het verzoek van X bv om toepassing van de hardheidsclausule. De rechtbank stuurt dit verzoek door naar B. en W. van de gemeente Amsterdam.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 3:4

Gemeentewet 229

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Amsterdam

Editie: 12 juni

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen