Hof Amsterdam oordeelt dat de gemeente in een beroepsprocedure over de WOZ-waarde niet gebonden is aan de modelmatige waardebepaling die zij voor de WOZ-beschikking heeft gebruikt. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
X komt in beroep en hoger beroep tegen een WOZ-beschikking van de gemeente Bloemendaal. X is het er niet mee eens dat de gemeente in de beroepsfase de modelmatige waardebepaling loslaat en dan komt met een specifiek voor de beroepsfase gemaakt taxatierapport.
Hof Amsterdam (V-N Vandaag 2019/2632) oordeelt dat de gemeente in een beroepsprocedure over de WOZ-waarde niet gebonden is aan de modelmatige waardebepaling die zij voor de WOZ-beschikking heeft gebruikt. Het is de heffingsambtenaar toegestaan om in de fase van beroep en hoger beroep andere vergelijkingsobjecten aan te voeren dan op het taxatieverslag zijn vermeld en ter (nadere) onderbouwing van de door hem verdedigde waarde een taxatierapport over te leggen. Het taxatierapport is niet een tweede waardevaststelling, maar een bewijsmiddel ter nadere onderbouwing van de bij de bestreden beschikking vastgestelde waarde. In een procedure over de WOZ-waarde is het de heffingsambtenaar toegestaan om de juistheid van de door hem vastgestelde waarde – systematisch, dus volgens een consistente en controleerbare bewijsvoering, in dit geval aan de hand van een met toepassing van de vergelijkingsmethode opgesteld taxatierapport – te onderbouwen met gegevens van een beperkt aantal rond de waardepeildatum gerealiseerde verkopen en/of het verkoopgegeven van de woning zelve, ook al is de waarde bij het nemen van de primaire beschikking door middel van een modelmatige waardebepaling vastgesteld. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hoge Raad
Editie: 9 juni