Belanghebbende, X, is een stichting. X is eigenaar van een kantoorpand bestaande uit zes bouwlagen. Rechtbank Den Haag verlaagt in beroep de WOZ-waarde 2015 van € 3.184.000 naar € 2.778.000. In hoger beroep bepleit X een waarde van € 2.020.000. De heffingsambtenaar heeft in hoger beroep, in tegenstelling tot in de eerdere fase van het geding, de waarde bepaald met behulp van de gecorrigeerde vervangingswaarde. X bepleit waardering volgens de huurwaardekapitalisatiemethode, op grond van een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden uitspraak van of Arnhem-Leeuwarden van 5 april 2016, nr. 15/00291, V-N 2016/36.19.21.
Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar in hoger beroep een andere waarderingsmethode mag gebruiken dan in bezwaar en beroep. Het staat de heffingsambtenaar vrij de juistheid van zijn standpunt te baseren op andere gronden dan welke hij daartoe bij de vaststelling van het besluit heeft aangevoerd, zoals het ook belanghebbende vrij staat in bezwaar en/of beroep de juistheid van het in geding zijnde besluit te bestrijden op andere gronden dan hij in een eerdere fase heeft aangevoerd. Het voorgaande betekent in dit geval dat de stelling van X dat de huurwaardekapitalisatiemethode moet worden gehanteerd, haar niet kan baten. Bij juistbevinding leidt dit namelijk slechts tot de bevestiging dat de waarde in het economische verkeer in dit geval lager is dan de gecorrigeerde vervangingswaarde. In zo'n geval dient de onroerende zaak gewaardeerd te worden op de gecorrigeerde vervangingswaarde. Het hof oordeelt dat de heffingsambtenaar met de gecorrigeerde vervangingswaarde berekening de juistheid van de WOZ-waarde van het kantoor van X voldoende aannemelijk heeft gemaakt.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 28 oktober