Belanghebbende, X, gaat in beroep tegen WOZ-beschikkingen van de gemeente Leeuwarden. De heffingsambtenaar overlegt van een viertal vergelijkingsobjecten informatie enkel in geanonimiseerde vorm. In geschil is of dit is toegestaan.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt in een tussenbeslissing dat gemeenten in een WOZ-beroepsprocedure de referentieobjecten niet mogen anonimiseren. Gemeenten mogen niet met een beroep op art. 8:29 Awb adresgegevens en nadere huurgegevens van referentieobjecten geheim houden. Volgens de rechtbank kan X zonder de adresgegevens namelijk de juistheid van de WOZ-waarde niet controleren (vgl. Hof ‘s-Hertogenbosch 19 juni 2014, nr. AWB 13/00562, V-N 2014/50.29). Het bepaalde in art. 2:5 Awb staat niet aan bekendmaking van de gegevens in de weg, aldus de rechtbank, die overweegt dat deze bepaling naast art. 8:29 Awb geen zelfstandige functie heeft (vgl. Hof 's-Hertogenbosch nr. 13/00377, V-N 2014/47.22.3). De rechtbank ziet niet het gevaar dat verhuurders geen huurgegevens meer aan gemeenten zullen verstrekken wanneer gemeenten deze gegevens bekend maken in een procedure. Verhuurders zijn namelijk op straffe van strafrechtelijke sancties verplicht om huurgegevens te verstrekken. De rechtbank stelt de heffingsambtenaar in de gelegenheid om binnen vier weken mee te delen welke consequenties hij aan de rechtbankuitspraak verbindt.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 15 september