Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inkomsten van X, werkzaam als General Sales Director op basis van een Zweedse Consulting Agreement, kwalificeren als loon uit dienstbetrekking. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X woont in Nederland, staat met een eenmanszaak ingeschreven in het Handelsregister en is actief op het gebied van de wereldwijde consultancy met betrekking tot sales en marketing. X werkt op basis van een Consulting Agreement als General Sales Director voor E AB. X ontvangt voor zijn werkzaamheden een vast bedrag per maand. E AB is gevestigd in Zweden. Op de Consulting Agreement is Zweeds recht van toepassing. X stelt zich op het standpunt dat hij kwalificeert als ondernemer.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/12.1.3) stelt vast dat X geen onderneming drijft en voorts dat de Zweedse Consulting Agreement voor de fiscale aspecten materieel beoordeeld moet worden naar het Nederlandse recht. Of de Zweedse Consulting Agreement kwalificeert als een privaatrechtelijke dienstbetrekking laat het hof in het midden, omdat naar het oordeel van het hof de arbeidsrelatie kwalificeert als fictieve dienstbetrekking, in het bijzonder als maatschappelijk gelijkgestelde. Het hoger beroep van X is ongegrond.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 2c
Wet op de loonbelasting 1964 4
Wet inkomstenbelasting 2001 3.5
Wet inkomstenbelasting 2001 3.4
Wet inkomstenbelasting 2001 3.2