Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur terecht Anw- en Wlz-premies heeft geheven. Uit EG-Verordening 883/2004 volgt dat de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving op X van toepassing is sinds hij in Nederland is gaan werken.

Belanghebbende, X, heeft de Duitse nationaliteit en woont in Bulgarije. In 2016 geniet hij een AOW-uitkering van € 2090 en treedt hij in dienst van het Nederlandse A bv. Medio 2016 wordt X door A bv naar België gedetacheerd. De Svb geeft een A1-verklaring af, inhoudende dat de Nederlandse wetgeving van toepassing blijft gedurende de periode dat X is gedetacheerd in België. De inspecteur heft PVV voor de Anw en Wlz. X is het hier niet mee eens.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur terecht Anw- en Wlz-premies heeft geheven. Uit EG-Verordening 883/2004 volgt dat de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving op X van toepassing is sinds hij in Nederland is gaan werken. De Verordening wijst Nederland, en niet Bulgarije, aan als (enige) bevoegde lidstaat om van X premies voor sociale zekerheidswetten te heffen. Ook heeft de inspecteur terecht belasting geheven over de AOW-uitkering. Nederland is op grond van art. 7.2 lid 2 onderdeel e Wet IB 2001 bevoegd om te heffen over de AOW-uitkering. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 7.2

Wet inkomstenbelasting 2001 2.1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Premieheffing

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 8 juni

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen