Advocaat-generaal Koopman concludeert dat het beroep van X op het vertrouwensbeginsel slaagt. X mocht ervan uitgaan dat hij met het invullen van het formulier alle relevante informatie had verstrekt.
X woont in België en ontvangt een vrijstelling voor loonheffing op zijn Nederlandse pensioen. In 2015 verstrekt de inspecteur een tweede vrijstellingsverklaring die hij per 1 januari 2018 intrekt. X ontvangt IB-navorderingsaanslagen 2014 - 2017. Niet in geschil is dat Nederland bij een juiste verdragstoepassing mag heffen over de pensioenuitkeringen die in België niet tegen het reguliere tarief zijn belast. Volgens X staat het vertrouwensbeginsel navordering van de pensioenuitkeringen in de weg. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de vrijstellingsverklaringen bij X het gerechtvaardigde vertrouwen hebben gewekt dat de pensioeninkomsten niet in Nederland worden belast. X had alle relevante informatie verstrekt door de aanvraagformulieren juist en volledig in te vullen. De inspecteur vroeg niet naar de belastingheffing in België. Navordering is niet mogelijk vanwege het geslaagde beroep op het vertrouwensbeginsel. Van een leek kan niet worden verwacht dat hij moet beseffen dat de vrijstellingsverklaringen in zijn geval in strijd zijn met een juiste rechtstoepassing. De staatssecretaris gaat in cassatie.
Advocaat-generaal Koopman concludeert dat het beroep van X op het vertrouwensbeginsel slaagt. X mocht ervan uitgaan dat hij met het invullen van het formulier alle relevante informatie had verstrekt. Volgens de A-G hoeft X de inspecteur niet te informeren over de feitelijke heffing over zijn pensioen in België. Daarbij overweegt de A-G dat de feitelijke heffing voor de toepassing van art. 18 lid 2 Verdrag Nederland - België niet relevant is. Verder hoeft X de Inspecteur ook niet spontaan te onderwijzen in het Belgische belastingrecht. De A-G gaat verder nog in op de toerekening van de kennis van de Belgische adviseur van X. Volgens de A-G is deze kennis niet relevant in deze zaak, maar ook als dat wel zo is, dan nog bestaat er geen ruimte voor toerekening aan X. De A-G adviseert de Hoge Raad om het beroep in cassatie ongegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Wet inkomstenbelasting 2001 7.2
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Loonbelasting
Editie: 9 december
Informatiesoort: VN Vandaag
Instantie: Hoge Raad