X heeft deelgenomen aan een door een ondernemersorganisatie georganiseerde driedaagse GVB-cursus en daar zijn GolfVaardigheidsBewijs gehaald. X stelt dat de in dit kader gemaakte kilometers zijn gereden ten behoeve van zakelijke doeleinden. Hij heeft verklaard dat hij zijn GVB louter heeft behaald om, als ondernemer, meer kans te maken op het binnenhalen van specifieke opdrachten. De inspecteur is het hier niet mee eens. In geschil is of X met zijn auto, die hij ter beschikking gesteld heeft gekregen van zijn werkgever, voor minder dan 500 kilometer in privé heeft gereden. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de ritten betreffende het golfseminar als zakelijk dan wel als privé zijn aan te merken. De rechtbank stelt X in het gelijk. De inspecteur komt in hoger beroep. Hof 's-Hertogenbosch hecht geloof aan de verklaring van X. Volgens het hof heeft X aannemelijk gemaakt dat hij om zakelijke redenen deelnam aan het golfevenement. De inspecteur heeft hiertegen, door slechts te wijzen op in de rechtspraak algemeen geformuleerde regels, onvoldoende ingebracht. De rechtbank overweegt dat de verzwaarde bewijslast wel geldt ten aanzien van het al dan niet sluitend zijn van de kilometeradministratie, maar niet voor de juridische kwalificatie van afzonderlijke ritten. De rechtbank heeft volgens het hof een juiste beslissing genomen. Die uitspraak waarbij de naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen is vernietigd wordt bevestigd. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 13bis
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 11 februari